Laag 1 (de basislaag)
Deze basislaag moet in ieder geval voldoen aan één belangrijke eigenschap, het afvoeren van zweet. Wanneer dit niet gebeurt, dan zorgt het (koude) zweet op je lichaam er voor dat je erg snel afkoelt. Een goede basislaag transporteert het zweet weg van je lichaam, naar de volgende laag toe, waardoor je lichaam droog en warm blijft.
Met deze wetenschap in het achterhoofd, moet je dus nooit een ‘normaal’ katoenen shirt onder je kleding aan trekken. Het mag dan wel goedkoop zijn en misschien ook wel lekker zitten, maar het zorgt er onherroepelijk voor dat je het koud krijgt.
De benen zijn minder kieskeurig wat betreft kleding. Een basislaag is bij Nederlandse temperaturen vaak niet nodig. Trek hiervoor een winddichte lange winterbroek aan (met zeem, of zonder zeem als je met een andere binnenbroek rijdt). Bij vorst is een ademende overbroek wel een aanrader.
Laag 2 (de middelste laag)
De basislaag voert het zweet af, de tweede laag moet vooral warmte geven. Tegelijkertijd moet het ook ademend zijn en vocht kunnen doorgeven naar buiten. Je hebt hierbij dus meer keus uit verschillende shirts (al dan niet met lange mouwen).
Het kan zijn dat je aan 2 lagen al genoeg hebt om warm te blijven. In dat geval moet de tweede laag winddicht zijn, wind veroorzaakt namelijk een groot deel van de kou.
Laag 3 (de toplaag)
Hoewel de 1e en 2e laag al het afvoeren van zweet en het geven van warmte voor hun rekening nemen, is de 3e laag toch van groot belang. Een jas kan bij kou namelijk voor nog meer warmte zorgen. Maar een goede jas beschermt ook tegen regen en/of wind. Wanneer je wel vaak in de wind fietst, maar niet in de regen, kun je kiezen voor een jas die alleen winddicht is, of vice versa.
Een jas is vaak de duurste uitgave, maar zonder deze jas als toplaag kunnen de basislaag en de middelste laag hun werk niet goed doen.
Handschoenen, muts en sokken
Waar de bovengenoemde 3 lagen vooral je lichaam warm houden, is het natuurlijk ook zaak om je handen, voeten en hoofd op temperatuur te houden. Wanneer het koud is, ga je er op die plekken namelijk het snelste last van krijgen (je lichaam pompt bij kou minder bloed naar je handen en voeten, om de romp met vitale organen zo warm mogelijk te houden).
Handschoenen
Sommige mensen hebben sneller last van koude vingers dan anderen, maar voor beide groepen is een goed paar handschoenen erg belangrijk.
Heb je in de herfst al last van koude handen, dan is het aan te raden om meerdere paren aan te schaffen. Op deze manier kun je bij hevige kou toch nog iets dikkere of beter geïsoleerde handschoenen aan trekken.
Bij een goed paar handschoenen is het belangrijk dat ze goed passen. Als ze te strak of te ruim zitten isoleren ze minder goed. Daarnaast is het, net als bij de toplaag, erg aangenaam als ze winddicht en/of waterdicht zijn.
Ook al heb je de beste handschoenen die er zijn, bij temperaturen ver onder nul moet je met je vingers blijven bewegen. Door regelmatig te bewegen stimuleer je de bloedsomloop en zullen je handen minder snel afkoelen.
Sokken
Net als bij de basislaag is het belangrijk dat de sokken het zweet afvoeren. Trek hiervoor dus niet je dagelijkse nette sokken aan. Beter is om speciale fietssokken aan te schaffen, welke berekend zijn op hun taak.
Daarnaast is het bij koud en/of nat weer aan te raden om te fietsen met overschoenen. Deze overschoenen trek je aan over de schoenen. Ze zorgen ervoor dat er geen wind of water doorheen komt, waardoor je voeten droog en warm blijven.
Muts
Mutsen zijn er in alle soorten en maten, maar rijd je met een helm, schaf dan een muts aan welke wel onder je helm past. Deze mutsen zijn vaak ook water-/winddicht en houden je hoofd en oren goed warm.
Bron tekst: mtb-blog.nl
